2.3 Agentive change

Het voorgaande laat ook zien dat het brein van het individu, afhankelijk van zijn genetische eigenschappen en de omgeving waarin hij zich heeft ontwikkeld, de wereld om zich heen anders heeft gestructureerd. Als het brein van een specifiek individu zich baseert op agentive change, heeft het brein van het individu dat zich primair heeft ontwikkeld op basis van de genen en de input van omgevingsfactoren, ontwikkeld als een empathisch of een gebalanceerd brein. Als de genen van het individu in combinatie met zijn omgevingsfactoren overwegend wordt geconfronteerd met een systematische, niet-menselijke veranderingen, is de kans groot dat het brein zich hiërarchisch ontwikkelt met als mogelijke tussenstap het uitgebalanceerde brein.

Bij agentive change is het individu in staat het snel en onverwachte wisselende gedrag van andere individuen te interpreteren en te voorspellen. Het non-agentive brein daarentegen ziet eerder structuren en patronen en heeft grote moeite het gedrag van andere individuen te interpreteren. Het individu is mindblind (Baron-Cohen, 2003). Vandaar dat dit laatstgenoemde individu zijn toevlucht neemt tot patroonherkenning en structuren om het gedrag van anderen te kunnen begrijpen, te verklaren en te voorspellen (Focquaert et al., 2010). Veel systemizers hebben door hun analytisch vermogen een hoge mate van sociale en voorspellende vaardigheden bereikt.
Hieronder een schema hoe de fundamentele motivatie in staat is door de sociale strategie anderen te beïnvloeden.

  

Meer weten? Zie Verschil mannen en vrouwenbrein