7.7.3 TIMES-indeling

De taxonomie van de individuele motivatie
In dit onderdeel is een taxonomische indeling gemaakt van de verschillende motivatieprofielen en de daarbij behorende sociale strategie. Daarbij is gebruik gemaakt van het eigen literatuuronderzoek en het, zoals Baron-Cohen (2003, 2005, 2007) dat omschrijft, essentiele verschil tussen het vrouwen- en mannenbrein. De onderzoeken van Baron-Cohen en zijn collega’s zijn primair gericht op de oorzaken en gevolgen in het gedrag van mensen met autisme en het Asperger syndroom. De resultaten van deze onderzoeken uit 2007 waren een eerste wetenschappelijke aanwijzing dat de hypotheses van deze thesis universeel werden herkend als onderscheidend in gedrag van zowel vrouwen als mannen. Ook het onderlinge verschil in besluitvorming van vrouwen en mannen vertoont opvallende overeenkomsten met de taxonomie van de hypotheses. De combinatie met seksuele selectie en het handicap principe gaven indicaties voor de opzet en indeling van de taxonomie.
In zijn uitgebreide onderzoeken sinds 1985, beschrijven Baron-Cohen en zijn collega’s drie fundamentele verschillen: het empathische brein, het evenwichtige brein en het systematische brein. Baron-Cohen concludeert dat de vrouw in het algemeen meer sociaal/empatisch is dan de man en de man in het algemeen meer op zoek is naar het ontdekken van systemen en patronen in allerlei processen.

Hoofdstuk 12 beschrijft de individuele profielen van vrouwen en mannen. Daarna volgt een toelichting en een indeling van zes onderlinge verschillen bij vrouwen en zes onderlinge verschillen bij mannen. Deze twaalf fundamentele motivaties zoals dit boek de specifieke karakteristieken noemt, ofwel profielen, laat zien hoe deze tot stand komen. De profielen zijn opgebouwd uit de fundamentele motivatie , gebaseerd op de evolutionair ontwikkelde basiseigenschappen voor seksuele selectie. De eigenschappen zijn: a) hiërarchie, b) coalitie en c) empathie. Daarbij is empathie de oudste, ca. 200 miljoen jaar geleden met het ontstaan van de zoogdieren. Coalitie en hiërarchie evolueerden vanaf ca. 1,8 miljoen jaar geleden tijdens de groepsvorming nadat de hominidae door voedselschaarste hun heil moesten zoek op de Oost-Afrikaanse savanne. Daarbij ontstonden de eerste coalities toen de groepen niet groter waren dan ca. 150 leden. Nadat de groepen groter werden en territoriumstrijd rond onder andere het Turkana meer volgde, ontstond bij de egalitaire leden behoefte aan leiders – en daarmee ook volgers. Daarmee groeiden de groepen tot ver over de 150 leden. In deze periode ontstond ook de zelfdomesticatie.

Zie vooralsnog: 3.ToelichtingTimes-modellen

Meer weten? Zie Nieuwe psychologie, andere toepassingen