7.2.2.1.1 Soortgenerieke breinfuncties

Het brein is daarbij een goed voorbeeld van 'form follows function', waarbij het principe van ‘de minste actie’ is gebaseerd op de afhankelijkheid van het ecosysteem als energiebron (Baverstock & Rönkkö, 2014; Friston, 2005; Sullivan, 1896).

Het brein van de mens wordt in het kader van seksuele selectie voor de bewegende soorten gestuurd door een tweetal belangrijke motivaties: seksuele reproductie en de vrije energie zoals Schrödinger het noemde (1944). Voeding dient om het organisme te laten overleven totdat reproductie heeft plaatsgevonden. Aan dit proces gaat echter een groot aantal uiterst complexe en onbewuste besluitvormingsprocessen vooraf. Het anticiperen op en de berekening van noodzakelijke acties, coördinatie, richting, doel, controle, motivatie, schattingen, herinneringen, leren moet worden bestuurd door een groot aantal complexe acties van het brein (Wolpert & Ghahramani, 2000). Het brein moet, conform de universele 2de wet van de thermodynamica, eventuele verschillen corrigeren tussen de verwachting van het wereldbeeld van het individu in relatie tot de via zijn zintuigen binnenkomende data (Clark, 2020; Friston, 2005; Hohwy, 2013; Seth, 2005). De verschillen worden door Bayesiaanse waarschijnlijkheidsberekeningen, het profiel van het individu en zijn waardesysteem ondersteund. Als er een verschil bestaat met de verwachtingen van het individu, wordt de situatie zo mogelijk extern of intern aangepast (Aggarwal, 2021; Clark, 2020; Hohwy, 2013).

Het onbewuste als vervolg op het onderbewustzijn zoals de oorspronkelijke basis van het brein wordt genoemd (Pierre Janet/Sigmund Freud), is voor de individuele mens ontoegankelijk (Baumeister & Bargh, 2014; Haggard et al., 2004; Harris, 2012; Huxley, 1874; Libet et al., 1983). De ontoegankelijkheid van het onderbewustzijn impliceert dat het individu zich er niet van bewust is dat zijn zoektocht naar een partner een fundamenteel evolutionair proces van zijn genen betreft. Evenmin heeft hij een idee over de invloed van entropie op zijn bestaan. Hoewel voor het individu processen zoals iemand aantrekkelijk vinden en verliefd of jaloers worden, simpel en vanzelfsprekend lijken, ligt daaraan in het brein een groot aantal buitengewoon complexe processen ten grondslag. De ‘werkelijkheid’ is voor de mens een illusie die wordt gemodelleerd door het brein zodat de mens primair functioneert om te reproduceren. Zoals Marr (1982) opmerkt is de situatieanalyse van de werkelijkheid, de reconstructie in een 3D-versie van een 2D-beeld, een ongelooflijke prestatie van het brein waarvan het individu zich niet bewust is. Breng de wereld terug zoals die in werkelijkheid is, en het individu maakt geen enkele kans om te reproduceren of te overleven. Alle activiteiten dienen immers als ondersteuning van de reproductie, opgebouwd rondom de adaptaties die van belang zijn voor dit doel (Clark, 2020; Hebb, 1949; Friston, 2005; Hoffman, 2015; Körding & Wolpert, 2004; Lim, Tooby & Cosmides, 1995, 2011; Mar, 1982; Samuels, 2006; Seth & Friston, 2016; Williams, 1966). In die zin is het ook niet van belang dat het onderbewustzijn ontoegankelijk is. Het individu reageert onbewust op indicaties, onbewuste psychologische mechanismen om adaptieve problemen op te lossen en zo zijn reproductieve fitness te promoten (Neel et al., 2017).

Meer weten? Zie Het brein