2.1.3 Systeemtheorie

De systeemtheorie is een wetenschappelijke paradigma dat er van uitgaat dat alle verschijningsvormen van de werkelijkheid, van elementaire deeltjes tot maatschappijen, met elkaar verbonden zijn. Daarbij worden de volgende voor hier relevante uitgangspunten gehanteerd: 

  1. Men focust op groei, ontwikkeling en wording
  2. Men focust op complexiteit, dynamiek en interacties
  3. Men focust op emergentie, een gebruikelijk verschijnsel in complexe adaptieve systemen (CAS) zoals mierenkolonies, netwerken van neuronen, het immuunsysteem, het internet en de wereldeconomie (Johnson, 2002, p. 73 e.v.). Dit soort systemen vertonen gedrag dat vele malen complexer is dan het gedrag van de afzonderlijke onderdelen (Holland, 1997, 1998). Het onderliggende mechanisme zijn Constraint Generating Procedures (Holland, 1998) die op basis van non-lineaire, vaak circulaire causaliteit een multiplier-effect teweegbrengen: veranderingen in het ene subsysteem hebben gevolgen voor het andere subsysteem, wat vervolgens weer effecten heeft in het oorspronkelijke subsysteem etc. Uiteindelijk kan dit generatieve principe tot onvoorziene sprongen leiden, zowel in kwantitatieve als kwalitatieve zin. Enkele sprekende voorbeelden hiervan zijn het Butterfly-effect van (de meteoroloog) Lorentz en de ontwikkeling van het brein, zoals verondersteld door Mengistu et.al (2016) en weergegeven in figuur 1.

Meer weten? Zie Theoretisch kader

Nog meer weten? Zie ELO-Denkhulp: Systeemtheorie