2.1.2.3.8 Het brein

Om gedrag te verklaren, richt de EP zich primair op de werking en functionaliteiten van het brein, dat men ziet als een van de succesvolste 'strategieën' voor reproductie (Buss, 1992,2016, p. 6; Tooby & Cosmides, 1992; Cosmides & Tooby, 2013; Hamilton, 1964; Miller, 2000; Williams, 1966). 'Strategie' tussen aanhalingstekens want er is geen sprake van doelbewust gedrag. In EP-termen is hier sprake van een adapatie, een geëvolueerde, universele, erfelijke, soort-specifieke eigenschap van een soort waardoor de overlevings- en reproductiekansen van het individu in een specifieke omgeving toenemen.
 
Afstemmen met: Het brein (in Mod.B)

Meer weten? Axioma's