1.10.2 Evolutie van het brein
De mens heeft, relatief tot de omvang van zijn lichaam, een uitzonderlijk groot en vooral complex brein. Het brein is geen versie van een ontwikkeld apenbrein – het is een ander brein. De vraag is waarom en hoe de mens zo’n complex orgaan ontwikkelde en wat dit betekent voor het gedrag van de soort? Het brein is, zoals alle eigenschappen, geëvolueerd door genetische, sociale en ecologische feedback-processen. Door deze processen worden specifieke functionaliteiten bewaard of afgedankt in relatie tot hun bijdrage aan het reproductieve succes van het individu. Dagelijks wordt het individu geconfronteerd met talloze sociale en ecologische problemen die moeten worden opgelost. Zo ontwikkelde het menselijke brein zich tot een fysiologische computer & connector, de wetware, die de software ondersteunt voor het verwerken en uitvoeren van berekeningen op informatie, afkomstig uit de interne en externe, vooral sociale, omgeving van het individu. Het resultaat van die berekeningen wordt via de motorcortex omgezet in gedrag. Om de grote verscheidenheid aan specifieke problemen te kunnen oplossen, bevat het brein een groot aantal gespecialiseerde onderdelen. Dit hoofdstuk laat de elementaire geëvolueerde functies de revue passeren voor een goed begrip van de werking van het menselijke brein. Zo’n twee decennia geleden is duidelijk geworden dat het brein de informatie van de zintuigen en daarmee ons gedrag voorspelt, de predictive mind. Het brein vergelijkt zijn voorspelling met de informatie, afkomstig van de zintuigen. Komt het min of meer overeen, gaat het brein over tot executie. Als de vergelijking te veel afwijkt, probeert het brein de situatie te corrigeren[1].