6.9 Gedrag

Bij ieder van de drie fundamentele motivaties die het motivatieprofiel van het individu bepalen, behoort een sociale strategie. Deze strategie wordt gestuurd door het motivatieprofiel van het individu, dat per definitie is gericht op het verwerven en behouden van partners en resources. Bij de mens is sprake van wederzijdse partnerkeuze, mutual mate choice (MMC). Deze sluit aan op de voorkeur van de leden van de ingroup van het individu. De meest hechte relaties worden dan ook gesloten met leden van de ingroup, de zogenoemde birds of a feather[1].  In dit hoofdstuk wordt een uitgebreide toelichting gegeven op de verschillende eigenschappen van de drie motivatieprofielen. 

De mens ontwikkelde tijdens zijn evolutie een wederzijdse seksuele selectie, de mutual mate choice (MMC). De theorie is dat bij MMC het brein als Darwiniaans seksueel ornament centraal staat in de keuze voor een partner.  Vrouwen en mannen hebben adaptieve oplossingen en strategieën ontwikkeld voor zowel korte als lange termijn relaties. Voor vrouwen zijn de kwantiteit en kwaliteit van de resources die de man aan haar en haar kinderen wil en kan besteden van belang. Naast de kwaliteit van zijn genen is het belangrijk of hij ook in staat is een goede vader te worden en haar zo nodig wil beschermen. Voor de man is van belang te weten welke vrouwen hij kan benaderen, welke van die vrouwen vruchtbaar is, hoe veel tijd en toewijding zij aan hun kinderen wil besteden, of hij de ‘echte’ vader van de kinderen is en of ze hem trouw blijft.

Het menselijke brein is niet alleen het meest kostbare orgaan van de mens als wordt bedacht dat ca. 20 tot 25% van de energiebehoefte van de mens daaraan wordt besteed. Omdat ongeveer de helft van de genen is betrokken bij de opbouw van het brein, is het tevens een uitstekende indicator van de genetische kwaliteit van het individu. Als gevolg van het toenemende belang van het brein bij seksuele selectie, ontwikkelden zowel vrouwen als mannen psychologische mechanismen waarbij het brein als seksueel ornament centraal staat. In dat selectieproces maken beide geslachten een afweging conform de geselecteerde fundamentele individuele motivatie van het brein. 

Gebaseerd op het fundamentele  motivatieprofiel, wacht het brein van het individu niet alleen af tot zich een gelegenheid voordoet de fitness van het individu te promoten. Het brein onderneemt ook zelfstandig actie. Het zoekt actief naar kansen het gedrag van anderen te beïnvloeden en stuurt het individu op onderzoek uit naar kansrijke situaties. Daarbij maakt het voorspellingen van de kansen en bedreigingen en weegt sociale waardes af. Als het brein een mismatch ontdekt tussen een voorspelling en de wat het aan informatie doorkrijgt van zijn zintuigen, zal het proberen de wereld rond het individu te veranderen en het gedrag van anderen te beïnvloeden. Dat betekent dat de sociale strategie van ieder van de drie motivatieprofielen verschillend is. 

Zo kan het individu dat een dominante hiërarchische positie nastreeft, zijn fysieke kwaliteiten tonen om een dominante positie af te dwingen. Ook kan hij zijn cognitieve aandacht en inzicht in systemen en structuren gebruiken om het gedrag van anderen te manipuleren. Maar als hij geen dominante positie ambieert, kan hij ook een bijzondere vorm van nauwkeurigheid en aandacht voor details en patronen tonen om een positie in te nemen die niet dominant is maar volgend. Hoewel doorgaans minder gemotiveerd om een dominante positie te verwerven, volgen vrouwen voor het bereiken van een dominante positie een andere strategie dan mannen. Vrouwen zijn in het algemeen socialer dan mannen, en er zijn vrouwen die dit vermogen inzetten voor het verwerven van resources, status en sociale invloed. 

Samenwerking i.c. coalitievorming is, door gebruik te maken van vertrouwen en betrouwbare signalen voor samenwerking met niet-verwanten, geëvolueerd voor het promoten van individueel reproductief succes. De signalen bestaan, vooral bij vrouwen, uit het vermogen tot mindreading, het vermogen intenties op waarde te schatten, bedriegers te ontdekken en te straffen en de bereidheid tot een investering in langdurige reciprociteit. Mannen sluiten makkelijker vriendschap met andere mannen en zitten dit doorgaans van aanvang af of daarna in een (soort van) coalitie voor het bereiken van gezamenlijke doelen.

Empatisch gerichte individuen sluiten bij voorkeur lange termijn relaties. Daartoe zijn deze vrouwen en mannen bijzonder selectief bij het kiezen van vrienden.  Empathie is geëvolueerd als mechanisme na de ontwikkeling van levend baren. De langdurige afhankelijkheid van nakomelingen van de mens, maakte een intensief ouderschap van de vrouw en de man noodzakelijk. Tevens breidde empathie zich uit naar het aangaan en behouden van een dyadische relatie met een beperkt aantal individuen en vriendschappen. Empathie wordt vooral gekenmerkt door loyaliteit. 

Kortom, iedere keuze bij de sociale interactie wordt bepaald door de fundamentele motivatie waarmee het individu zijn sociale strategie inzet om zijn doel van reproductief succes te bereiken.



[1] McPherson et al., Birds of a feather: homophily in social networks, 2001

 

Meer weten? Zie Breed publiek