7.2.2.1 Het brein
Fundamentele motivatie en het brein zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden. Daarbij is fundamentele motivatie een functie van het brein in relatie tot verhoging van de fitness van het individu. Al lang verschillen de meningen over wat fundamentele motivatie is of doet (Heckhausen, 2000). Pas de laatste jaren zijn onderzoeken gedaan waarbij de fundamentele rol van motivatie in gedrag centraal staat (Kenrick et al., 2010; Neel et al., 2015; Schaller et al., 2017). Motivatie (Lat.: motivus) is wellicht de voornaamste reden voor het ontstaan van het brein, ca. 500 miljoen jaar geleden in het Cambrium. Het gaat hierbij om de fundamentele motivatie voor seksuele reproductie die ca. 700 miljoen jaar vooraf ging aan het Cambrium. Zoals eerder toegelicht heeft een mobiele soort een brein nodig om een doel te kunnen bepalen. Dat doel is primair seksuele reproductie. Daarbij is een brein essentieel omdat het een organisme in staat stelt zich te oriënteren, een doel en een richting te kiezen, te interacteren en te communiceren met zijn omgeving (Feinberg & Mallatt, 2013; Trestman, 2013; Wolpert et al., 2003). Motivatie is daarbij noodzakelijk voor de meest fundamentele taak van ieder individu, namelijk reproductie. In het Cambrium verschijnen binnen enkele miljoenen jaren ca.17.000 nieuwe, bewegende soorten die de basis vormen van vrijwel alle huidige ca. 35 diersoorten (Patton, 2008). Uit de combinatie van het brein met de evolutie van het oog ontstaan nieuwe mogelijkheden voor toekomstgerichte actie (Darwin, 1859; Feinberg & Mallatt, 2013; Godfrey-Smith, 2017; Trestman, 2013), een ontwikkeling die Damasio necessary awareness noemt dat het protoself beschrijft (Damasio, 2010). De focus ligt daarbij op het (huidige) menselijke brein. Aan de orde komen:
Meer weten? Zie Hedendaags-functionalistisch kader