1.09.04 Verwarring alom
De ca. 1,2 miljard jaar geleden geëvolueerde seksuele reproductie maakt duidelijk dat overleving alleen zin heeft zo lang er geen reproductie heeft plaatsgevonden. Dit wordt onder meer aangetoond door het fenomeen dat veel mannen bereid zijn hun leven op het spel te zetten ten behoeve van seksuele reproductie. Veel vrouwen daarentegen zijn bereid hun leven op te offeren voor hun kinderen. Deze fundamentele motivatie staat in schrille tegenstelling tot de uitspraak Survival of the fittest dat bij velen het vigerende beeld oproept dat overleving de belangrijkste, menselijke eigenschap is. Aan de basis van dit misverstand ligt vooral de continu fout geïnterpreteerde uitspraak van Darwin’s tijdgenoot Henry Spencer. Op aandringen van Alfred Russel Wallace in 1866, gebruikte Darwin ‘Survival of the fittest’ uit angst dat lezers zouden denken dat de natuur zelf zou selecteren. In tegenstelling tot wat velen denken, heeft Survival of the fittest de betekenis van ‘het beste aangepast aan de omgeving in relatie tot het reproductieve succes’. Met ‘fittest’ wordt dus niet ‘de beste of sterkste’ bedoeld, maar het reproductieve succes van het individu. Voor de evolutie bestaat geen beste of perfectie. In de natuur draait alles uitsluitend om functionaliteit in relatie tot reproductief succes. Wat niet functioneel is in dat opzicht, verdwijnt en dat geldt voor eigenschappen of kenmerken, voor individuen tot en met hele soorten.
Dus hoewel Darwin zelf al uitgebreid en gepassioneerd schreef over de deugden van de mens als ultrasociale soort, baart een boek daarover bijna 100 jaar later nog steeds opzien. De reden daarvoor is ongetwijfeld ook gelegen in de enorme invloed die Freuds conflictmodel in de tussenliggende tijd heeft gehad (en nog altijd heeft) op ons mensbeeld. Freud, van oorsprong fysioloog, verklaarde gedrag in termen van allerlei tegenstijdige krachten (antagonisten) die met elkaar om de hegemonie in ons lichaam, en later in ons hoofd en daarmee in ons doen en laten, vochten. Wat hij daarbij over het hoofd zag, was dat die krachten juist samenwerkten in het kader van een gemeenschappelijk doel: seksuele reproductie.
Door de onjuiste interpretatie van het begrip survival of the fittest, heeft de uitspraak de betekenis gekregen van ‘het recht van de sterkste’. In die zin sluit het aan op de overtuiging van de Scala Naturae, Aristoteles’ ladder van het leven waarin de mens als een soort god over de natuur heerst. Eenzelfde mystieke speculatie vindt men in de bijbel waar god de mens naar zijn evenbeeld zou hebben geschapen en wel op de bovenste sport van de evolutionaire ladder. De regie door een god, biedt theologen, filosofen en sommige wetenschappers tevens de mogelijkheid te ontkennen dat de mens een dierlijke oorsprong heeft.
Blijkbaar is deze ego-krenking nog altijd moeilijk te verteren en stellen creationisten dat de natuur niet in staat zou zijn een dergelijke complexe entiteit als de mens te ontwikkelen. Ergo: een goddelijke interventie is een voorwaarde voor de kwaliteit van de mens. Wat men zich daarbij blijkbaar niet realiseert, is dat men een moeilijke verklaring (evolutie) vervangt door een nog veel moeilijkere verklaring (god). Dat is vloeken binnen de wetenschappelijke kerk, want daar geldt: 'Als er meer verklaringen zijn, heeft de eenvoudigste de voorkeur'. Hoe het ook zij, de ontwikkeling van de theorie van de menselijke natuur moest wachten tot de wetenschap bereid en in staat was te accepteren dat de oorsprong van de mens in veel opzichten gelijk is aan die van de andere zoogdieren.
Meer weten? Zie Historische wortels