7.4.3 Verklaring achteraf

Door de toenemende omvang van de groep nam de complexiteit toe van de sociale en seksuele selectie. Deze ontwikkeling leidde vermoedelijk ca. 500.000 jaar geleden tot een volgende stap in de richting van de Homo sapiens: om de sociale cohesie binnen het groeiend aantal leden binnen de groep te bewaren, domesticeerde de voorloper van de mens zichzelf onbewust en geleidelijk . De verandering tot een verlaagde vorm van agressie vertoont overeenkomsten met de zelf-domesticatie van de bonobo (Hare, Wobber & Wrangham, 2012). Om de agressiviteit van mannen te beteugelen, selecteerden vrouwen ‘zachtaardige’ mannen. Met als gevolg dat agressieve mannen minder nakomelingen kregen en uit de genenpool verdwenen.

De zelf-domesticatie van de mens, had ingrijpende gevolgen, niet alleen fysiek maar ook voor de ontwikkeling van het brein. Door de genetisch vastgelegde groeivertraging (heterochronie) in de ontwikkeling van het embryo, behouden volwassenen hun juveniele kenmerken. Dit zijn onder andere de sterk toegenomen pro-sociale instelling, afnemende agressie en nieuwsgierigheid. Zelf-domesticatie vormde de basis voor speelsheid, leergierigheid, nieuwsgierigheid en het vermogen om nieuwe informatie snel op te nemen (neotenie) in beide geslachten. Ook benadrukte het de neurologische basis voor samenwerking, altruïstische reciprociteit, het ontdekken van freeriders en handel.

                           

Fig. 2. De invloed van de zelf-domesticatie van de mens op zijn uiterlijk. Homo sapiens behoudt fysiek en (grotendeels) mentaal zijn jeugdige eigenschappen, ook als hij volwassen is, een proces dat neotenie wordt genoemd. Alleen seksueel wordt het individu ‘volwassen’. Deze foto van een pasgeboren chimpansee laat zien hoe zijn gezicht treffende overeenkomsten vertoont met het gezicht van de mens als baby en als volwassene. De foto van de volwassen chimpansee laat zien hoe het gezicht van de jonge chimpansee verandert als hij volwassen is.

De zelfdomesticatie was voor de mens ook fysiek van belang, zoals het verlies van zware lichaamsbeharing. De gezichtsvorm, neus en kaak veranderden terwijl pro-sociaal gedrag in plaats van agressie het gedragsmodel werd, vooral voor mannen. In deze fase ontwikkelde zich vermoedelijk ook (proto) taal, als een extensie van gutturale en manuele expressie. Tot op heden is deze ontwikkeling in allerlei opzichten van enorme invloed op de menselijke natuur zonder dat er aandacht aan wordt besteed. Maar ja, zoals Herman Finkers reeds verzuchtte: "Weet alles maar eens achteraf".

Meer weten? Zie Licht op duistere plekken