4.5 De lezende primaat
Lezen is geen evolutionair ontwikkeld proces. In tegenstelling tot de ca. 400.000 jaar oude eigenschap om te kunnen spreken, beschikken we niet over een genetisch programma met instructies om te leren lezen of schrijven. Het schrift wordt ongeveer 8.000 jaar geleden uitgevonden en dat is evolutionair veel te kort om een dergelijke, specifieke adaptatie te kunnen ontwikkelen. Hoe leerden we dan lezen en schrijven? Het antwoord op die vraag is vooral praktisch van aard en moet worden gezocht bij de nomaden die zo’n 11.000 jaar geleden in Mesopotamië neerstreken.
Nomaden hebben, behalve misschien een paar schapen of geiten, normaliter geen bezittingen. Maar de omgeving van de Eufraat en de Tigris is zo vruchtbaar dat een groeiend aantal nomaden besluit daar hun tenten op te slaan. Ze leren de basis van de landbouw, domesticeren planten en dieren en slagen er in gereedschappen te ontwikkelen. Al spoedig ontstaat een intensieve ruilhanden. Ruilen betekent dat er afspraken moeten worden gemaakt over handelswaardes. Want hoe veel kippen moet ik ‘betalen’ voor een geit? En als ik bijvoorbeeld maar 5 kippen heb, maar krijg wel alvast een geit, ontstaat een schuldverhouding. Hoe kan mijn schuld dan worden vastgelegd? Uit het zoeken naar het antwoord op die vraag, ontstaat de eerste kredietverlening. Daarmee ontstaat ook de behoefte aan een systeem waarmee verplichtingen, leningen, tegoeden en prijzen kunnen worden bijgehouden. Zo ontstaat het eerste boekhoudsysteem. Daarna wordt het systeem uitgebreid met het vastleggen van goederen die in consignatie worden gegeven en om offerschenkingen aan de tempel bij te houden. Er wordt een standaard voor vaste waardes bepaald voor onder andere graan en zilver. Het boekhoudsysteem, zoals blijkt uit de archeologische vondsten, ontwikkelde zich al snel ook voor andere toepassingen. Er ontstaat een groep specialisten, schrijvers die lijsten ook bijhouden met tekens en hun betekenis. Het zijn de eerste ‘leerboeken’ waarmee nieuwe schrijvers kunnen worden opgeleid. Langzaam wijzigen de pictogrammen in symbolen en ten slotte, na een omweg in de geschiedenis via het Proto-Sinaïtisch, Fenicisch, Grieks en Latijn, in ons moderne alfabet.
Dat we nu al van jongs af aan kunnen leren lezen en schrijven getuigt van de indrukwekkende plasticiteit van ons brein, vooral bij kinderen. Omdat ons brein er niet op is voorbereid, betekent dat we schrijven en lezen from scratch moeten leren. En hoewel ons brein het meest ingenieuze systeem op aarde is, moeten kinderen doorgaans keihard werken om lezen en schrijven onder de knie te krijgen. Het vereist een complexe samenwerking tussen het visuele, auditieve en emotionele systeem. Recent neurologisch onderzoek laat emotional thought zien dat verbindingen legt tussen emotioneel, cognitief en sociaal functioneren in de besluitvormingsprocessen van het leren. Bij het leren wordt het emotionele systeem gestuurd door de morele, creatieve en culturele verbindingen. In dit proces wordt de invloed van een stabiel, consistent individueel profiel van het individu verondersteld.
Vrijwel direct na de geboorte, stevenen de neurale verbindingen van de ogen af op de corresponderende gebieden in het visuele gebied van het brein. Al snel bouwt het brein een inventaris op van representaties binnen specifieke categorieën waaruit binnen een fractie van een seconde beeldrepresentaties kunnen worden geput. Het lezende brein kan worden vergeleken met een orkest waarbij verschillende onderdelen van het brein synchroon samenwerken onder leiding van een dirigent. Actief zijn de Broca’s en Wernicke gebieden. Daarbij is de temporale kwab actief met het decoderen en onderscheiden van afzonderlijke geluiden, de frontale kwab regelt spraakproductie, lezen, grammaticaal gebruik waardoor eenvoudig en complexe grammatica kan van onze moedertaal worden begrepen. De gyrus angularis en de gyrus supramarginalis functioneren daarbij als een soort verbinding tussen de verschillende hersendelen om het lezen mogelijk te maken. Daarbij worden losse letters in een ‘waarschijnlijke’ volgorde gezet. Dit gebeurt mede op basis van een woordenlijst die in het brein wordt opgeslagen op basis van ervaring. Dit betekent tevens dat iemand die veel leest, sneller delen tekst kan overslaan omdat het brein de woordenlijst consulteert en op basis van waarschijnlijkheid delen van de tekst aanvult. De breinorganisatie laat zien dat deze constructie het gevolg is van de proteaanse capaciteit om nieuwe verbindingen te maken tussen lang bestaande visuele en spraakmodules. Het laat zien dat het brein een soort ‘open architectuur’ heeft, een vorm van plasticiteit met zichtbare neurologische verschillen of iemand Nederlands of Chinees heeft leren lezen. Tegelijk biedt het Chinees een redelijk accuraat beeld van hoe de Sumeriërs leerden lezen.
Meer weten? Zie Casus