7.3.5 Trias: motivatie-strategie-gedrag
Om de werking van het menselijke brein te begrijpen, benadert EP menselijk gedrag vanuit de geëvolueerde functionaliteiten van het fenomeen differentiatie van fundamentele motivatie. Bij ieder van de drie fundamentele motivaties die het motivatieprofiel van het individu bepalen, behoort een sociale strategie. Deze strategie wordt gestuurd door het motivatieprofiel van het individu en staat zelf in het teken van het verwerven en behouden van partners en resources.
Wat van het onderstaande hebben we nodig als UITGANGSPUNT voor verklaring van Ind.verschillen in besluitvorming. Die principes of mechanismen formuleren als uitgangspunten en .. de rest weglaten of naar bijlage!
Daarbij zijn een aantal aandachtspunten per onderdeel van de trias van belang:
MOTIVATIE
- Wederzijdse partnerkeuze; bij de mens is sprake van mutual mate choice (MMC). Deze sluit aan op de voorkeur van de leden van de ingroup van het individu. De meest hechte relaties worden dan ook gesloten met leden van de ingroup, de zogenoemde birds of a feather
- Brein als seksueel ornament; MMC gebeurt niet alleen door, maar vooral ook op het brein van de partner. Omdat ongeveer de helft van de genen is betrokken bij de opbouw van het brein, is het tevens een uitstekende indicator van de genetische kwaliteit van het individu. In dat selectieproces maken beide geslachten een afweging conform de geselecteerde fundamentele individuele motivatie van het brein
- Actief brein; het brein van het individu wacht niet alleen af tot zich een gelegenheid voordoet de fitness van het individu te promoten, het zoekt actief naar kansen het gedrag van anderen te beïnvloeden en stuurt het individu op onderzoek uit naar kansrijke situaties.
SOCIALE STRATEGIE
- Voorspellend brein; het brein maakt voorspellingen van de kansen en bedreigingen en weegt sociale waardes af. Als het brein een mismatch ontdekt tussen een voorspelling en de wat het aan informatie doorkrijgt van zijn zintuigen, zal het proberen de wereld rond het individu te veranderen en het gedrag van anderen te beïnvloeden. Dat betekent dat de sociale strategie van ieder van de drie motivatieprofielen verschillend is.
- Man-vrouwverschillen; vrouwen en mannen hebben verschillende adaptieve strategieën ontwikkeld voor zowel korte als lange termijn relaties. Voor vrouwen zijn de kwantiteit en kwaliteit van de resources die de man aan haar en haar kinderen wil en kan besteden van belang. Naast de kwaliteit van zijn genen is het belangrijk of hij ook in staat is een goede vader te worden en haar zo nodig wil beschermen. Voor de man is van belang te weten welke vrouwen hij kan benaderen, welke van die vrouwen vruchtbaar zijn, hoe veel tijd en toewijding zij aan hun kinderen wil besteden, of hij de ‘echte’ vader van de kinderen is en of ze hem trouw blijft
- Dominantie; het individu dat een dominante hiërarchische positie nastreeft kan dit proberen af te dwingen door zijn fysieke kwaliteiten te tonen of zijn cognitieve aandacht en inzicht in systemen en structuren gebruiken om het gedrag van anderen te manipuleren. Maar als hij geen dominante positie ambieert, kan hij ook een bijzondere vorm van nauwkeurigheid en aandacht voor details en patronen tonen om een positie in te nemen die niet dominant is, maar volgend.
GEDRAG
- Dominantie; vrouwen zijn doorgaans minder gemotiveerd om een dominante positie te verwerven en volgen voor het bereiken daarvan een andere strategie dan mannen. Vrouwen benadrukken in het algemeen het sociale aspect meer dan mannen en zijn daar ook beter in
- Samenwerking; coalitievorming is, door gebruik te maken van vertrouwen en betrouwbare signalen voor samenwerking met niet-verwanten, geëvolueerd voor het promoten van individueel reproductief succes. De signalen bestaan, vooral bij vrouwen, uit het vermogen tot mind reading, het vermogen intenties op waarde te schatten, bedriegers te ontdekken en te straffen en de bereidheid tot een investering in langdurige reciprociteit. Mannen sluiten makkelijker vriendschap met andere mannen en zetten dit doorgaans, van aanvang af of daarna, om in een (soort van) coalitie voor het bereiken van gezamenlijke doelen
- Empathie; empatisch gerichte individuen sluiten bij voorkeur lange termijn relaties. Daartoe zijn deze vrouwen en mannen bijzonder selectief bij het kiezen van vrienden en hechten ze veel waarde aan loyaliteit.
Kortom, iedere keuze bij de sociale interactie wordt bepaald door de fundamentele motivatie waarmee het individu zijn sociale strategie inzet om zijn doel van reproductief succes te bereiken.
Meer weten? Zie Uitgangspunten functionele lijn