2.2.1.2 Actie ondernemen
Definitie
- De belangrijkste functie van het brein is actie te ondernemen om inkomende stimuli om te zetten in contextuele, toepasbare reacties (Parr, Pezzulo & Friston, 2022).
Functie(s)
- Informatieverwerking
- Helpen bij de productie van nieuwe en overeenkomstige (zelf)reproducerende systemen (Tooby & Cosmides, 1995).
Functionaliteiten & Eigenschappen
- Het brein zorgt voor de nodige verbindingen die zijn gerelateerd aan de interactie met de omgevingsfactoren (Tooby & Cosmides, 2015).
Toelichting
- De evolutionaire functie van het brein is om toekomstgerichte, reproductieve actie i..c. het zoeken van en adverteren als seksueel partner, te initiëren en daarbij het geheugen te ondersteunen c.q. te raadplegen.
- Deze secundaire functie, de ondersteuning van actie, is noodzakelijk voor alle bewegende soorten voor de waarneming van de richting, de positie en de locatie van de omgeving van het individu.
- Het geheugen dient om positieve en negatieve ervaringen gerelateerd aan specifieke (content-afhankelijke) modules op te kunnen slaan om te kunnen profiteren van eerdere ervaringen (Patton, 2008).
- Sinds enkele decennia is een andere visie ontwikkeld op de manier waarop het brein informatie verwerkt en gerichte actie onderneemt. Door de integratie van verschillende wetenschappen werd in het begin van 2000 de Wet tot behoud van energie van Von Helmholz (1842-1854) herontdekt (Friston, 2000a, 2005). De essentie van de wet behandelt de noodzaak tot behoud van energie in een levend, open organisme. Het brein volgt daartoe de zogenoemde prediction error minimization (Hohwy, 2016). Dat betekent dat levende organismen dankzij hun metabolisme als open systeem in principe continu hun noodzakelijke energiebehoefte kunnen aanvullen. Vooral zoogdieren die hun lichaam op een constante temperatuur moeten houden, hebben voortdurend behoefte aan voeding als energiebron. Omdat het brein ‘blind’ is en volledig afhankelijk van informatie van een wereld die het niet zelf direct kan waarnemen maar uitsluitend via sensorische data, vergelijkt het brein de ontvangen informatie met zijn eigen concept van de wereld en zijn daarop gebaseerde voorspellingen. Het is streven daarbij is een ‘verrassing’ te voorkomen als gevolg van een (te) grote discrepantie tussen inkomende en uitgaande energiestromen. Voor de controle op mogelijke verschillen, vergelijkt het brein de input van interne (interoceptieve) en externe (exteroceptieve) data met zijn voorspelling (Hohwy, 2013; Seth & Friston, 2016). Aandacht, perceptie en actie zijn daarbij de belangrijkste mechanismen die samenwerken op geleide van wat voor het betreffende individu tot de hoogste bijdrage aan de genenpool leidt. Als mediator tussen individu en omgeving (incl. potentiele partners) treedt daarbij het concept 'fundamentele motivatie' op. Om een vergelijking tussen perceptie en voorspelling mogelijk te maken, moeten de in- en uitgaande informatie worden gelabeld in termen van kwaliteit en kwantiteit. Niet ieder signaal is immers relevant of verliest haar relevantie door onder een bepaalde drempelwaarde te blijven. Iedere keuze is daarmee de afspiegeling van een onderliggend waarderings- en besluitvormingsproces dat de verschillen bepaalt en illustreert tussen mensen.
Het menselijke brein is, door zijn grootte in relatie tot de omvang van het lichaam, zijn complexiteit en modulaire opbouw het meest opmerkelijk 'orgaan' van alle soorten. 'Orgaan' want de hersenen zijn het feitelijke orgaan en het brein verwijst vooral naar de functionaliteiten van die hersenen. Het zijn deze fenomenale functionaliteiten die de mens in staat stellen om waar te nemen, te denken, voelen, kiezen en alle andere fitness-verhogende activiteiten uit te voeren. EP richt zich bij uitstek op de bijzondere eigenschappen van het brein of zoals Pinker het beschrijft: “The starting point for acknowledging human nature is a sheer awe and humility in the face of the staggering complexity of its source, the brain. Organized by the three billion bases of our genome and shaped by hundreds of millions of years of evolution, the brain is a network of unimaginable intricacy: a hundred billion neurons linked by a hundred trillion connections, woven into a convoluted three-dimensional architecture. Humbling, too, is the complexity of what it does” (2002).Het brein maakt daarbij gebruik van een groot aantal functionaliteiten, zoals:
- Door deze achtergrondfunctie kan het brein doorlopend afwegingen maken zonder dat dit veel energie kost, bijvoorbeeld om wel of geen risico's te nemen.
- Uit onderzoek blijkt dat als jonge mannen te maken krijgen met hevige competitie, het zogenoemde young male syndrome (Wilson & Daly, 1984), zij bereid zijn veel risico te nemen. Dat is voor sommigen met een lage toekomstverwachting (i.c. lage inkomsten en weinig kans op een partner) soms de enige mogelijkheid op reproductief succes. Heeft het individu daarentegen hoge toekomstverwachtingen, en is hij (onbewust) bereid te investeren in tijd, moeite en energie en aarzelt hij bij risico’s, bevindt hij zich bij de K aan de andere kant van het continuüm van het life history spectrum (Wilson & Daly, 1984). Voorgaande investeringen in tijd, moeite en energie zijn verweven met de genen en omgevingsfactoren waarvan eerder sprake was en waarin het individu terechtkomt.
Het organisme streeft dus constant naar een evenwicht met de noodzakelijke energievoorraad (Hohwy, 2013), maar moet tegelijkertijd als het ware paraat staan om direct actie te kunnen ondernemen. Besluitvorming betreft immers een onafgebroken call for action voor het brein. Bij ieder besluit is de onbewuste individuele afweging van een positieve of negatieve waardebepaling (valuation) van kansen en bedreigingen voor het individu betrokken. De grote aantallen data die continu door het brein worden berekend, de vergelijking tussen wat het brein verwacht vergeleken met de binnenkomende sensorische data, noodzaakt het brein Darwiniaanse algoritmes in te zetten om prioriteiten te bepalen. Bij het besluitvormingsproces bepaalt de individuele, fundamentele motivatie de individuele waardebepaling die is verbonden met de afweging van kosten en baten voor reproductie. Het voorgaande impliceert dat ieder individu van alle zich seksueel voortplantende en bewegende soorten over een eigen, fundamentele motivatie moet beschikken en over de één of andere vorm van awareness (Damasio, 2010; Darwin, 1859; Friston, 2005, 2010; Hohwy, 2013, 2015; Seth & Baars, 2005; Seth, Baars & Edelman, 2005). Het brein bestaat, kortom, als een functionaliteit voor het ondernemen van actie (Wolpert, 2011) gericht op het verhogen van de individuele fitness, waarbij het gaat om vinden en gevonden worden. Daarbij stuurt het brein de leerprocessen op basis van ervaringen naar één van de geheugens voor het (gerubriceerd) opslaan van informatie.
Het brein beschikt echter niet alleen over het vermogen tot informatieverwerking in de vorm van ordening en rublicering. Het brein kan ook informatiegenreren waardoor time travelling mogelijk is (Hohwy, 2013; Suddendorf & Corballis, 1997) in de vorm van imaginaire toekomstscenario’s voor het plannen van reproductief gerichte actie. Deze scenario’s verschillen continu en in hoog tempo. Daarbij probeert het brein met een Bayesiaanse voorspelling van de talloze mogelijkheden die tussen 0 en 1 liggen, de meest waarschijnlijke oplossing te berekenen om ‘verrassingen’ (i.c. entropie) te voorkomen. Daarbij ‘verbeeldt’ het brein van het individu zich aldus een toekomst die in principe de mogelijkheid biedt van ‘de beste’ afloop binnen de gegeven omstandigheden. Het vermijden van verrassingen heeft als evolutionaire reden het vermijden van risico’s en entropie door het beperken van energieverbruik door het brein. Anderzijds draagt verrassing bij tot nieuwe ervaringen en vormt als zodanig de basis van een voortgaand, actiegericht leerproces (Reichardt et al., 2020). Dat betekent onder andere dat het individu niet in het heden leeft maar continu in diverse toekomstscenario’s die zich bovendien ook nog eens in twee ‘rictingen’ uitstrekken: vinden en gevonden worden en de daaruit voortkomende vraag om balans tussen die twee essentiele functies.
Meer weten? Zie Functies