7.3.1 Basisprincipes van het huidige brein
Om de werking van het menselijke brein te begrijpen, benadert EP menselijk gedrag vanuit de geëvolueerde functionaliteiten van het brein. Deze functionaliteiten vormen de uitgangpunten die het mogelijk maken om individuele verschillen in besluitvorming te kunnen duiden.
wellicht volgorde veranderen...
1:
- Het brein wordt gestuurd met en door chemische, elektrische en fysische processen die het brein in staat stellen te functioneren ten behoeve van reproductief succes.
- Het brein functioneert als een ‘biologische computer’ en bestaat uit een grote hoeveelheid domein-specifieke en inhoud-afhankelijke modules, opgebouwd uit neuronen die onderling verbonden zijn. Elektrochemische reacties zorgen ervoor dat neuronen vuren zodra een bepaalde drempelwaarde wordt overschreden.
- Deze waardes zijn in kwalitatieve en kwantitatieve zin individueel bepaald door onbewuste aan motivatie-gerelateerde factoren.
- Het geheel van die factoren vormt het persoonlijke motivatieprofiel van het betreffende individu.
2:
- De neurologische structuren en adaptaties zijn gedurende duizenden generaties in het Environment of Evolutionary Adaptedness (EEA) ontworpen om problemen op te lossen waarmee de verre voorouders van de mens regelmatig werden geconfronteerd.
3:
- Het bewustzijn is voor het individu slechts het ‘topje van de ijsberg’.
- Hoewel het brein bepalend is voor waarom en hoe het individu functioneert in zijn sociaal-culturele omgeving, blijft wat zich in het (onbewuste) brein afspeelt, vrijwel geheel verborgen voor het individu.
- Het voordeel van het onbewust vervullen van tal van functies is dat vrijwel alle routinetaken op de automatische piloot worden uitgevoerd; het nadeel is dat men menigmaal verrast wordt door het eigen gedrag.
4:
- Hoewel het vanzelfsprekend lijkt om iemand aantrekkelijk te vinden, verliefd te worden of jaloers, liggen daaraan buitengewoon complexe processen in het brein ten grondslag.
- De vanzelfsprekendheid waarmee gedrag zich manifesteert, is veelal aanleiding voor intuïtieve maar foutieve verklaringen. Daardoor ontstaat veel verwarring over ogenschijnlijk begrijpelijk gedrag (Confer et al., 2010).
5:
- De mens wordt geboren met een ‘basispakket’ aan kennis en vermogens, een soort ‘spiekbriefje’ met psychologische, biologische en natuurkundige eigenschappen die worden geactiveerd door interactie met de omgeving.
- Het leervermogen en het vermogen om samen te werken zijn twee van de meest essentiele spiekbriefjes.
6:
- Het brein functioneert zowel in informatieverwerkende als -genererende zin, op basis van predictive coding, een Bayesiaans (probabilistisch) cognitief mechanisme dat, gestuurd door het motivatieprofiel van het individu, de sensorische informatie continu vergelijkt met zijn eigen wereldbeeld.
- Dit principe hangt nauw samen met de 2de wet van de thermodynamica (hoge energie stroomt naar lage energie en nooit andersom)
- Voor ‘het voorspellende brein’ ???in relatie tot entropie (Hohwy, 2013) snap ik niet.
7:
- De mens beschikt over een aangeboren notie van moreel gedrag (Haidt & Joseph, 2004; Hamlin, 2013).
8:
- Het brein bestaat in zijn huidige omvang vanaf het Midden Pleistoceen en kreeg tussen de 500.000 en 100.000 jaar geleden waarschijnlijk zijn functionele en psychologische mechanismen (Buss, 2016, p. 19-21; Hare, 2017; Hare & Woods, 2020; Martinon-Torres, 2021; Pinker, 1994, 1997).
9:
- Deze relatief recente ontwikkeling is het waarschijnlijke gevolg van zelfdomesticatie (Hare, 2017, 2019; Hare & Woods, 2020).
- Wellicht ontstond ook (een geavanceerde vorm van) taal in het kader van seksuele selectie tijdens de zelfdomesticatie van de mens (Miller, 2000).
10:
- Er ontstond, samenhangend met het voorspellende brein, vermoedelijk een vorm van toegenomen awareness dat dateert uit de vroegste vorming van het proto-zelf in het brein (Damasio, 2010).
- Awareness zorgt ervoor dat het brein vat krijgt en houdt op de interne en externe wereld.
- Daarbij vergelijkt het brein de data afkomstig van zijn zintuigen met zijn verwachting over de omgeving en corrigeert zo nodig zijn gedrag of zo mogelijk de omgeving (Hohwy, 2013; Seth, 2015).
- En visa versa: het brein zendt een aantrekkelijk beeld uit en controleert of dat overkomt bij de ander... plus de daaruit voortkomende metafunctie om dit energietechnisch te balanceren.
Meer weten? Zie Uitgangspunten functionalistische lijn