2.1 Contextuele ontwikkelingen.
Er zijn een aantal contextuele, evolutionaire ontwikkelingen die, als onderdeel van een complexe mix van factoren en hun interacties, hebben bijgedragen aan het (kunnen) ontstaan van een aantal typisch menselijke eigenschappen (Foley, 2016). De belangrijkste ontwikkelingen of bijdragen worden hier besproken in termen van:
- het tijdperk waarin ze optraden
- de mogelijke en/of waarschijnlijke (multiple) oorzaken die eraan ten grondslag lagen, en
- hun gevolgen voor de Hss in termen van gedragsmogelijkheden en de bijbehorende bandbreedtes.
Gezien de enorme impact in aard en vooral snelheid van ontwikkeling, maken we hier qua context een onderscheid in verschillende evolutionaire fasen, waarbij de cognitive niche als scheidslijn en kantelpunt fungeert. In die fase ontstaat namelijk eén van de meest onderscheidende eigenschappen van de mens. Meer dan andere soorten weet hij vanaf dan zijn omgeving en zichzelf aan te passen aan zijn eigen behoeften. Hierdoor is er niet langer sprake van een blinde of doelloze ontwikkeling, zoals bij biologische adaptaties het geval is. Gedrag wordt doelgericht en er moet steeds worden gekozen. Wat meer prozaisch geformuleerd: de mens wordt in de cognitive niche een 'intentioneel wezen' en weet met deze evolutionaire stap als het ware de evolutie zelf te ontstijgen.
CHECKEN OP CLASSIFICATIE!
- Vroege ontwikkelingen (voor de cognitive niche)
- De cognitive niche
- Late ontwikkelingen (na de cognitive niche).
Meer weten? Zie Adaptief-belangperspectief