7.2.1.2.02 Mens als tweevoeter
Hoewel vele primaten zowel op de grond als in de boomtoppen af en toe rechtop lopen, is de mens de enige van de ca. 200 primaten die een permanente tweevoeter is geworden. Deze verandering vond vermoedelijk al 4,5 Ma plaats, maar was in ieder geval 3,66 Ma een feit, zoals blijkt uit de gevonden voetstappen in tufsteen in Leatoly, 45 km ten zuiden van de Olduvaikloof in Tanzania (Leakey et al, 1976; Masao et al., 2016). De voetstappen zijn van een Australopithecus afarensis (Lucy).
Over het antwoord op de vraag waarom de mens rechtop is gaan lopen en vervolgens zijn vacht verloor, wordt al decennia gespeculeerd. Bipedalisme heeft ingrijpende gevolgen gehad voor de mens. Vroeggeboorte als gevolg van het geboortekanaal, klachten over pijn en problemen met de ruggengraat, het bekken, heupgewrichten, knieën en enkels maken duidelijk dat bipedalisme verre van ideaal is. Daaruit kan worden geconcludeerd dat de ecologische of sociale druk groot moet zijn geweest die tot deze unieke adaptatie leidde. Volgens de theorie is er een samenhang met de toename van het brein nadat de hominiden naar de open savanne verhuisden. Als bescherming tegen de hete Afrikaanse zon maakte het verlies van hun vacht een betere thermoregulatie mogelijk. Dit was noodzakelijk omdat hersenneuronen bijzonder gevoelig zijn voor temperatuurverhoging (Dávid-Barrett & Dunbar, 2016). Het vachtverlies zette een proces in werking voor het aanmaken van een groot aantal zweetklieren, ook op het hoofd. Andere soorten en primaten beschikken over andere koelingsmogelijkheden zoals grote neusgaten of een lange snuit (Wheeler, 1984). De ingrijpende veranderingen tijdens de zelfdomesticatie van de mens (ca. 600.000 – 400.000 Ma geleden) zoals de versmalde aangezichtsvorm, zou de aanpassing nodig hebben gemaakt. Dat betekent dat er een lange periode verliep tussen de periode dat de (vermoedelijke) Australopithecus ca. 3,66 Ma geleden rechtop liep.
Het opvallende verschijnsel van bipedalisme blijft aanleiding voor veel onbeantwoorde vragen en een interessante theorie in relatie tot seksuele selectie. Deze theorie (Miller, 1998, 2000), stelt dat bipedalisme een effectieve manier is om indruk te maken door rechtop te gaan staan. Dit gedrag biedt in de strijd om prestige in de groep een voordeel voor verhoging van de individuele fitness (Dale, 2018). Nadat onze voorouders bipedalisme als standaard hadden ontwikkeld, zorgde seksuele selectie voor de evolutie van specifieke morfologische indicatoren van onder andere duidelijk herkenbare seksuele kenmerken van zowel vrouwen als mannen. In relatie tot taal en moraliteit evolueerden onder andere mentale seksuele indicatoren.
Meer weten? Zie Cognitieve niche