7.2.1.2.04 Ultrasocialisering & Reciprociteit

Het voorgaande legt al de nadruk op ultrasociale samenwerking van de mens en dan specifiek tussen groepsleden. Het is een typisch eigenschap van primaten (Dunbar, 2014). Bij de mens is ultrasocialiteit ontstaan uit de adaptaties voor alloparenting en voor altruïstische reciprociteit als een afgeleide van het helpen van familieleden. Deze eigenschappen hadden bij de mens o.a. toenemende sociale cohesie tot gevolg (Hawkes, 2013; Hrdy, 2009; Tomasello & Vaish, 2013). Onderhandelingen en verdeling van voedsel was binnen de groep één van de basiselementen van samenwerking (Buss, 2004). Onderhandelingen met andere groepen had voornamelijk betrekking op de onderlinge ruil van vrouwen en gebruiksvoorwerpen.

                    

Vrouwen verlaten, zoals het mtDNA en ook hedendaagse patronen laten zien, de groep terwijl mannen meestal in de groep blijven. Vermoedelijk was niet de (instinctieve) angst voor inteelt of een sociaal lagere positie de reden voor de uitruil van vrouwen. Vooral in de eerste generaties is het immers van belang dat de positieve eigenschappen zich kunnen verspreiden in de genenpoel van de soort (Fisher, 1992). Het is denkbaar dat de hoge moeder- en kindersterfte de behoefte aan meer jonge, vruchtbare vrouwen deed toenemen. Mannen waren belangrijk voor de bescherming van hun vrouwen en kinderen – als een man het gezin verliet of omkwam, steeg de kindersterfte naar ca. 50%. Uit voorzorg namen vrouwen er vaak een ‘reservevader’ bij (Hrdy, 2009, p. 152). Nog steeds verlaten vrouwen tot 70% van de gevallen de groep zoals onderzoek aan de hand van mtDNA laat zien (Oota et al., 2001). ‘Uithuwelijking’ vereist dat de vrouw zich sociaal moet aanpassen aan haar nieuwe familieleden en de sociale omgeving. Dit kan, naast de verantwoordelijkheid voor haar kind, één van de oorzaken zijn geweest waarom vrouwen in het algemeen (veel) socialer functioneren dan mannen. Ook de unieke manier waarop de vrouwelijke hominiden anderen toelieten voor hun jongen te zorgen was van belang voor de prosociale instelling van de mens (Hawkes, 2013; Hrdy, 2009).

Meer weten? Zie Cognitieve niche