2.1.3.3 Groepsgrootte
Groepsvorming is al beschreven als een kwalitatieve eigenschap. Hier staat de omvang van de groep central, de kwantitatieve groootte.
Tijdperk
- ?
Oorzaken
- Om zich beter te kunnen verdedigen tegen hun rivalen, streefden de aan het Turkana meer en de Omo rivier verblijvende semi-nomadegroepen door coalities naar een uitbreiding van het aantal groepsleden.
Gevolgen
- Sociale consequenties; de toenmalige samenleving werd gedomineerd door politiek georiënteerde hiërarchieën. Jagers-verzamelaars zijn overwegend egalitair.
- Bij seksuele reproductie en selectie speelt hiërarchie een belangrijke rol: de positie van een man in een groep bepaalt in belangrijke mate zijn toegang tot vrouwelijke partners en resources.
- De groei van de groep bevorderde de onderlinge concurrentie onder de mannen. Dominance hierarchy, leiderschap – en daarmee ook volgerschap - werd belangrijk, vooral voor de toegang tot partners, voedsel en andere schaarse goederen (Cummins, 1996).
- Door de gevechten tussen de groepen en de interne concurrentie nam de agressie tussen mannen toe. Steeds meer mannen verschenen op het toneel die de zeggenschap over de groep opeisten zodat de oorspronkelijke egalitaire organisatievorm geleidelijk overging in een meer, al bij de primaten aanwezige, hiërarchische oriëntatie (Boehm, 1993).
Meer weten? Zie Late ontwikkelingen