7.2.1.2.10 Zelfdomesticatie
Door de toenemende omvang en daarmee sociale complexiteit van de groep namen ook de sociale en seksuele selectiedruk toe. Dit had tot gevolg dat er ca. 500.000 jaar geleden een ingrijpende verandering in het gedrag van de soort plaatsvond, vergezeld van een groeispurt van het brein. Deze groei was nodig voor en ging gepaard met een forse ontwikkeling van de sociale en cognitieve vaardigheden (Hublin et al., 2015). Het betekende een cruciale stap in de richting van de Homo sapiens. Om de sociale cohesie binnen de groep te bewaren, domesticeerde de voorloper van de mens zich (Hare, 2017; Hare, Wobber & Wrangham, 2012; Somel et al., 2009; Theofanopoulo et al, 2017; Wilkins et al., 2014). De zelfdomesticatie had onder andere een verlaagde vorm van agressie tot gevolg, een ontwikkeling die overeenkomsten vertoont met de zelfdomesticatie van de bonobo (Hare, Wobber & Wrangham, 2012) en door de mens gedomesticeerde soorten (Belyaev et al, 1985; Darwin, 1871).
Fig. x. Homo sapiens sapiens behoudt fysiek en (grotendeels) mentaal zijn jeugdige eigenschappen, ook als hij volwassen is. Alleen seksueel is hij ‘volwassen’. De foto van een pasgeboren chimpansee laat zien hoe zijn gezicht treffende overeenkomsten vertoont met het gezicht van een menselijke baby. De foto van de volwassen chimpansee laat zien hoe zeer zijn gezicht verandert.
Door zelf-domesticatie behoudt de mens een (groot) aantal van zijn jeugdige eigenschappen, ook als hij volwassen is, de zogenoemde neoteny (Dawkins, 2009, p. 205; Hare, 2017; Jones, 1995). De zelfdomesticatie was van grote invloed op het brein, de menselijke natuur en de uiterlijke kenmerken van de mens (Cieri et al., 2014; Hare, 2017; Hublin et al., 2015). Fysiek verloor hij zijn lichaamsbeharing, veranderden zijn gezichtsvorm – vooral zijn neus en kaak - terwijl prosociaal gedrag het standaard gedragsmodel werd. Ook de al rudimentair aanwezige moraliteit nam toe (Boehm, 2000).
Meer weten? Zie Cognitieve niche