7.3.6 Life history perspective

Om de werking van het menselijke brein te begrijpen, benadert EP menselijk gedrag vanuit de geëvolueerde functionaliteiten van het kunnen leren van ervaringen, het Life History Perspective. 

Wat van het onderstaande hebben we nodig als UITGANGSPUNT voor verklaring van Ind.verschillen in besluitvorming. Die principes of mechanismen formuleren als uitgangspunten en .. de rest weglaten of naar bijlage!

Deze instelling kan echter op individueel niveau verschillen. Afhankelijk van de onbewuste toekomstverwachtingen kan het LH enerzijds betrekking hebben op het individu die streeft naar de r instelling, de ‘snelle’ versie met veel nakomelingen en weinig ouderlijke ondersteuning. De andere kant van het LH, de ‘K’ instelling kan betrekking hebben op de ‘langzame’ versie van het spectrum met weinig nakomelingen en veel ouderlijke ondersteuning (Del Guidici & Belsky, 2010: Figueredo et al., 2005; Gadgil & Bossert, 1970; Stearns, 1989; Wilson & Daly, 1984).

 

De positie op het spectrum van het individu bepaalt de onbewuste levensverwachting. Zo zal het mannelijke individu die een positie die op de ‘r’ van het spectrum inneemt, een meer risicovol en impulsiever gedrag vertonen dan degene op de ‘K’ positie van het spectrum. Deze factoren samen zijn tevens van belang voor de essentie van de morele waardes (values) die (het brein van) het individu aan zijn keuzes toekent. Dat is de reden waarom (het brein van) het individu specifieke individuen en situaties waardeert en accepteert of afwijst. Deze motivatie stuurt als kernmechanisme te allen tijde het gedrag van het individu. Dit impliceert tevens dat alle doelen van een specifiek individu, zowel op korte als lange termijn, fundamenteel dezelfde zijn en in elkaars verlengde liggen.

Meer weten? Zie Uitgangspunten functionele lijn