7.3.3 Seks-brein-gedragsmodel
Om de werking van het menselijke brein te begrijpen, benadert EP menselijk gedrag vanuit de geëvolueerde functionaliteiten van 'specifieke' partnerkeuze', waarbij men onderscheid maakt tussen:
- de voorkeur waarmee het individu een partnerkeuze maakt, en
- de wijze waarop het individu zich als aantrekkelijke partner kenbaar maakt.
Wat van het onderstaande hebben we nodig als UITGANGSPUNT voor verklaring van Ind.verschillen in besluitvorming. Die principes of mechanismen formuleren als uitgangspunten en .. de rest weglaten of naar bijlage!
Deze dubbele functionaliteit verbindt besluitvorming op soortniveau met besluitvorming op individueel niveau, waarbij het brein als medium of intermediair fungeert. Het is deze intermediaire functionaliteit die aan de vormgeving van ons hedendaagse brein ten grondslag ligt conform het principe 'vorm volgt functie' en die verantwoordelijk is voor, en mogelijk is gemaakt door, de enorme groeispurt waarmee datzelfde brein is geëvolueerd.
Het is deze combinatie, van seksuele selectie als vertrekpunt en het postuleren van het brein op het kruispunt van sociale aantrekkingskracht (zoeken en gevonden worden), die een geheel nieuwe route opent naar inzichten in gedrag. Dat geldt eens te meer omdat het concept partnerkeuze kan worden uitgebreid van louter seksuele partner naar het gehele samenwerkingsdomein. EP richt zich op het inzichtelijk maken van de ketens van mechanismen die seksuele reproductie (als biologisch fenomeen) verbinden met mentale sturingsmechanismen (als psychologisch fenomeen) in een samenwerkingscontext (als sociaal fenomeen). Het is deze integrale keten die het mogelijk maakt om gedrag bij de mens te begrijpen en individuele verschillen in besluitvorming (als bio-psycho-sociaal fenomeen) te kunnen duiden.
Op de tweede plaats is sprake van een verbreding van wetenschapsmodel omdat een van de meest kenmerkende verschillen is gelegen in de enkel- dan wel dubbelvoudige functionaliteit die aan het brein als bemiddelende instantie tussen individu en omgeving wordt toegedicht. Waar in de huidige psychologie (deels ook de evolutiepsychologie, maar vooral de klassieke persoonlijkheidsleer) de functionaliteit van het brein beperkt blijft tot informatieverwerking om tot optimale keuzes te komen, postuleert met name Millers interpretatie van de evolutiepsychologie als extra functionaliteit van het brein: het genereren van informatie i.c. het zichtbaar maken van de goede genen van de eigenaar via diens fysieke kwaliteiten, maar vooral via diens 'aantrekkelijke' breinfuncties als samenwerkingspartner. In Millers woorden: 'The truth is in advertising' Individuele keuzes komen daarmee in een meervoudig perspectief te staan, hetgeen tot fundamenteel andere psychologische inzichten leidt.
Meer weten? Zie Uitgangspunten functionele lijn