1.4 Onderzoeksstrategie
De eerste strategische stap was om te komen tot een voorlopige, maar vooral werkbare definitie van de beide kernbegrippen: individuele besluitvorming en seksuele selectie.
- Besluitvorming is hier een complex cognitief proces waarbij, na een analyse van de problemen en opties uit verschillende alternatieve opties, één bepaalde actie, mening of positie wordt gekozen. Het proces verloopt vrijwel geheel onbewust, kan in meer of mindere mate (ir)rationeel zijn en is doorgaans gebaseerd op een meer of minder grondige analyse van de problemen en opties. De besluitvormer kan een autonoom persoon zijn of een meervoudige entiteit zoals een gezin, een raad van bestuur, een gemeenschap of een (publieke) instelling (vrij naar Wikipedia). Hoewel er wel enige overlap bestaat door het gebruik van cognitieve algoritmen en heuristieken, valt besluitvorming dus niet samen met het meer wiskundige en rationalistische begrip 'beslissen'.
- Seksuele selectie is hier het verschijnsel dat bij seksueel reproducerende soorten de partnerkeuze plaatsvindt op basis van eigenschappen die als seksueel aantrekkelijk worden ervaren (Darwin, 1879). Zulke eigenschappen maken het gemakkelijker om een partner te krijgen dat wil zeggen een geschikte partner te vinden en/of als zodanig gevonden te worden.
De tweede strategische keuze binnen de wetenschappelijke missie van dit onderzoek richtte zich op de twee verschillende niveaus van het onderwerp besluitvorming:
- Inhoudelijk: zou inzicht in het waarom van individuele verschillen in besluitvorming bij de mens (als soort) inzicht kunnen bieden in de wijze waarop besluitvorming bij de huidige mens (als individu) plaatsvindt? Anders gezegd: In hoeverre en op welke wijze worden deze verschillen bepaald door verschillen in persoonlijkheidsstructuur en overig mentaal gereedschap en waarin vinden deze aspecten hun oorsprong?
- Methodisch: welke verandering in wetenschapsperspectief is nodig om de inhoudelijke vraag te kunnen beantwoorden?
Aangezien voor het beantwoorden van de inhoudelijke vraag eerste de methodische vraag moest worden beantwoord, werd besloten om als eerste een passend wetenschapsfilosofisch kader te kiezen. Leidraad daarbij was het idee dat de huidige impasse in de psychologie over individuele besluitvorming werd veroorzaakt door twee hoofdfactoren i.c. een omissie en een fout:
- Voortbouwend op Tooby & Cosmides (1992) is de omissie het gevolg van de toepassing van het Standaard Sociaal Wetenschappelijk Model dat biologische factoren vrijwel buiten beschouwing laat om menselijk gedrag te verklaren. Verklaringen voor verschillen in individuele keuzes kunnen dan ook beter worden onderzocht vanuit het meeromvattende wetenschapsmodel van de evolutiepsychologie, het zogenaamde Integrated Model.
- Voortbouwend op het werk van Cronin (1991) is de fout dat binnen dat Integrated Model een verkeerde prioritering van Darwins’ selectiemechanismen wordt gehanteerd. Seksuele-, en niet natuurlijke selectie, is drijvende kracht achter de 'machinerie' die al ons menselijk handelen en de individuele verschillen daartussen mogelijk maakt.
De volgende strategische keuze betrof het managen van het project als geheel. Gezien de doelstellingen was sprake van een even ambitieus als omvangrijk project, waarbij al van tevoren duidelijk was dat veel activiteiten werkenderwijs zouden moeten worden ontwikkeld. Als derde onderdeel van de strategie werd daarom gekozen voor een een combinatie van literatuuronderzoek en action research. Gedurende de ontwikkeling van het op literatuur geschoeide theoretische en methodische kader, zijn op basis van dat kader de afgelopen 10 jaar een aantal veldexperimenten gedaan in de vorm van advieswerk aan diverse bedrijven en sectoren. Op basis van de aldus opgedane praktijkervaringen zijn de theoretische uitgangspunten bijgesteld, verfijnd en/of verder ontwikkeld.
Meer weten? Zie Aanleiding, legitimatie etc.