1. Toelichting H.1

H.1 luidt: Individuele verschillen in besluitvorming, zijn verklaarbaar op basis van drie overkoepelende, seksuele selectie gerelateerde systemen die de basis vormen van gespecialiseerde fundamentele motivaties voor inclusieve fitness. Alle drie fundamentele motivaties hebben zich tijdens het Environment of Evolutionary Adaptatedness ontwikkeld. De, op seksuele reproductie gebaseerde, drie fundamentele motivaties zijn:

Toelichting

Alvorens in te gaan op de aard ervan, is het van belang het begrip adaptatie in het algemeen en fundamentele motivatie in het bijzonder nader toe te lichten. Adaptaties zijn de succesvolle eigenschappen van de soort zoals die zijn opgenomen in het genoom. Fundamentele motivaties zijn evolutionaire adaptaties waarvoor in het algemeen geldt dat ze:

Uitgangspunt in deze thesis is dat seksuele reproductie een van de meest essentiele adaptaties is. Dat blijkt ook uit het feit dat er hoge kosten zijn verbonden aan het management en de coördinatie van het brein voor de nodige fysiologische en psychologische systemen. Datzelfde geldt voor de drie fundamentele motivaties die in het verlengde van seksuele reproductie liggen. Ook deze zijn aan bovenstaande criteria getoetst op basis van EP-literatuur. Wat betreft de aard van de (afzonderlijke) fundamentele motivaties, moeten deze in principe tot de volgende resultaten leiden (Baron-Cohen, 2003, 2005): 

                      

Het ontstaan van de drie verschillende adaptaties, kan als volgt, zij het in omgekeerde volgorde, worden toegelicht, waarbij het van belang is te beseffen dat de drie fundamentele motivaties, omdat zij in verschillende fasen van de menselijke voorouders zijn geëvolueerd, zich in afzonderlijke onderdelen van het brein ontwikkelen (Rich Harris, 2011).

Seksuele selectie en de drie specifieke systemen die in het verlengde daarvan liggen, behoren tot de oudste en meest overkoepelende eigenschappen van de mens. Omdat ze primair op seksuele reproductie zijn gericht en daarbij een dubbelrol vervullen, om een partner te selecteren en zichzelf als zodanig te adverteren, onderscheiden ze zich van de andere adaptaties: ze fungeren als mentale indicatoren van fitness (Miller, 2000) en richten zich ook expliciet op het functioneren van het brein als secundair, seksueel ornament (Darwin, 1871; Miller, 2000a).

Meer weten? Zie Inleiding