2.1.2 Evolutiepsychologie

Evolutiepsychologie (EP) is een wetenschappelijk paradigma dat de evolutionaire geschiedenis van de psychologie van Homo sapiens in beeld brengt aan de hand van wat Pinker (1997) 'Engineering in reverse' noemt en daarbij de volgende uitgangspunten hanteert:

  1. Huidige eigenschappen van de mens worden als uitgangspunt genomen en aan de hand van hypotheses onderzocht op de oorspronkelijke oorzaak van hun bestaan. Hier betekent dat de (mentale) eigenschappen van de mens worden gezien als de uitkomst van een lange evolutionaire ontwikkeling
  2. Dat leidt, naarmate men verder terug redeneert, tot een steeds langere keten van adaptaties, plausibele fasen of stappen in de ontwikkeling van de huidige mens. Anders gezegd er is sprake van een lange keten van adaptaties die uiteindelijk heeft geleid tot de Homo sapiens met zijn huidige fysieke en mentale toolbox
  3. Die adaptaties zijn geen doelgerichte activiteiten van de voorgaande fasen geweest. Het zijn vooral epi-fenomenen: secundaire verschijnselen die optreden naast of parallel aan een primair fenomeen (toellichting?) 
  4. Er was dus ten tijde van ontstaan geen sprake van een oorzakelijk verband. Voor zover er sprake is van ‘schijnbare doelgerichtheid’ wordt die aangebracht door ons proces van engineering in reverse
  5. Wel was er steeds sprake van een overkoepelende kracht die een bepaalde (selectie)druk uitoefende op alle levende wezens in de richting van reproductief succes: evolutie. NB: evolutie is geen kracht in formele zin; het is de uitkomst van een nimmer aflatende wisselwerking tussen een levend wezen en zijn omgeving.

De keuze voor het evolutie-psychologische perspectief impliceert ook enkele methodische accenten, zoals:  

Meer weten? Zie Theoretisch kader