2.2.1 Fundamentele vragen

Eén van de prominente onderzoekers was de Nederlandse etholoog en bioloog Niko Tinbergen. Tinbergen sluit aan bij de uitspraak van Huxley (1942) die spreekt over de “…drie voornaamste problemen, namelijk oorzaak, overleving en evolutie” waaraan Tinbergen ontogenie, de ontwikkelingsgeschiedenis van de soort toevoegt. In 1963 publiceerde hij dit concept in het artikel On aims and methods of ethology, waarna het bekend kwam te staan onder de naam ‘De vier vragen van Tinbergen’. Antwoord op ieder van de vier vragen is nodig, zo stelde hij, om een volledig beeld van de proximale (de directe oorzaken) en de ultimate (de evolutionaire) oorsprong van het individu te kunnen vormen (Tinbergen, 1963). De eerste twee vragen gaan over het mechanisme: welke stimuli veroorzaken het gedrag en de functie. De laatste wee hebben betrekking op de evolutionaire ontwikkelingen die tot de huidige eigenschappen hebben geleid. In dit proefschrift wordt voortgebouwd op de deze vier fundamentele vragen. Nadat door Nesse in 2013 de begrippen ‘mechanismen’ en ‘adaptaties’ werden toegevoegd, is in datzelfde jaar zowel door Nesse als door Bateson & Laland het begrip ‘overleving’ vervangen door ‘seksuele selectie’.

In schema:                   Vier vragen (naar Tinbergen)

                 

Meer weten? Zie Operationalisatie