2.2.2.1.5 Fouten maken
Fouten maken is ook de basis voor het vermogen om onverwacht het goede te doen: serendipiteit, verg. mutaties
Veel van de huidige problemen waar de mensheid mee kampt, worden verklaard met de zogenaamde mismatch hypothese: 'Menselijk gedrag is nog altijd afgestemd op het functioneren in het Pleistoceen, de omgeving van de jagers-verzamelaars en leidt in een moderne, tegenwoordig vrijwel geheel artificiele omgeving en complexe samenleving tot problemen'. Het idee is dat de mens vooral genetisch in veel opzichten niet in staat geweest zich aan te passen aan de snelle en ingrijpende overgang van het Pleistoceen naar het Holoceen. Als belangrijke invloeden worden genoemd:
- De sterk veranderde voeding (Cordain et al., 2005)
- Het verlies van het groepsverband (Fisher, 1992)
- De overgang van een egalitaire naar een autoritaire samenleving (Hedrick-Wong, 2009)
- De verandering van leven op de savanne (Orians & Heerwagen, 1992) naar een bestaan in de verwarrende, moderne samenleving (Miller, 2011)
- Het zware werk op het land en de domesticatie van planten en vooral dieren.
Al deze invloeden hadden volgens Diamond (1997) tal van negatieve gevolgen op fysiek en mentaal gebied, zoals osteoporose, maar ook op de leefomgeving, zoals een grote reductie van de ca. 173 verschillende soorten voedingsingrediënten. Deze omgevingseffecten hadden op hun beurt weer tal van negatieve effecten op de mens, zoals een zwakke gezondheid, snellere slijtage van het skelet en zoönose. Door de directe nabijheid van gedomesticeerde dieren, bevolkingsdensiteit en het verarmde dieet, werden de nieuwe boeren en stedelingen in Babylonië al vanaf ca. 1.200 vóór het begin van onze jaartelling getroffen door pandemieën (Belsky & Hartman, 2014; Bjorklund, 2020; Cordain et a;., 2005; Cosmides & Tooby, 2006; Diamond, 1997; Fisher, 1992; Pinker, 1997; Premack & Woodruff, 1978; Nesse, 2019; Waldorp, 2006). Deze interacties tussen mens en omgeving illustreren dat kleine gevolgen in de omgeving grote veranderingen op gedragsniveau teweeg kunnen brengen.
ERG UITGEBREID en nogal moralistisch...
Een voorbeeld van enkele problemen waarmee de moderne samenleving wordt geconfronteerd, is dat specifiek gedrag dat ten tijde van de jagers-verzamelaars de fitness verhoogde, juist nu verlaagt. Zo is voor de man als jager-verzamelaar intense aandacht voor de omgeving met mogelijke bedreigingen en snelle reacties een voorwaarde voor het oplossen van vaak levensbedreigende problemen en de jacht als verhoging van zijn fitness. Omdat de moderne samenleving redelijk veilig is bestaat er geen directe noodzaak meer alert te zijn. Door het moderne onderwijs wordt de mens vanaf zijn jeugd gedwongen stil te zitten en kennis op te doen uit een boekje. Omdat onderwijs zo sterk afwijkt van de oorspronkelijke spelen-leren situatie van de jagers-verzamelaars, heeft ook de overwegend klassicale inrichting van het onderwijs een (groot) negatief effect op de emotionele en functionele ontwikkeling van het individu. Daardoor wordt het actiegerichte brein tot inactiviteit gedwongen. Tegenwoordig wordt ADHD in DSM IV gediagnosticeerd als een psychische stoornis waaraan ca. 4% van de vooral mannelijke bevolking lijdt. Dit terwijl het een oorspronkelijk eigenschap is die de man in het Pleistoceen goed van pas kwam maar die nu, mede onder druk van de farmaceutische industrie, met drugs wordt onderdrukt (Nesse, 2015; Swanepoel et al., 2018). Ook vele vormen van depressie heeft een functie bij de aangeboren eigenschappen die een mismatch met de moderne samenleving opleveren, zoals het verlies van een waardevolle investering in een vitaal onderdeel van de fitness (Beck & Bredemeier, 2018; Darwin, 1859; Nesse, 2000, 2019).
Ook voeding speelt een grote rol in de overgang naar de moderne tijd. Tijdens de levenslange campingtrip van de jagers-verzamelaars was het dagelijks zoeken en vinden van voedsel voor de jager-verzamelaars een complexe, gevaarlijke en relatief tijdrovende bezigheid. Gebrek aan voedsel kwam regelmatig voor zodat de typisch vrouwelijke problemen als anorexia en boulimia een evolutionaire functie hebben voor de moeder die haar eigen voedselinname afstemt op de behoeften van haar jongen (Baron-Cohen et al., 2013; Guisinger, 2003). Die situatie is door onze moderne samenleving dramatisch veranderd. Ongezonde voeding ligt in absurd grote hoeveelheden hoog opgetast in duizenden winkels en supermarkten tegen ongekend lage prijzen. Tegenwoordig kost een warme maaltijd voor iemand tussen de 14-70 jaar gemiddeld 6-7 Euro (Voedingscentrum, 2020, Nibud, 2021). De Nederlander besteedt gemiddeld 3 uur per week aan boodschappen doen (8% van zijn inkomen aan voeding, LTO, 2020) en 5 uur per week aan het koken (aardappelen, vlees & groente) en heeft 20 minuten nodig om het op te eten (ANP, 2015; Eatly, 2018). Wat gezien wordt als eetproblemen zoals obesitas is veelal een combinatie van erfelijke factoren en te grote hoeveelheden van goedkope c.q. gesubsidieerde ingrediënten als meel, suiker, melkproducten, zout en overdaad (Hochberg, 2018; Wells, 2011). Anorexia nervosa kan, zoals werd onderzocht (Baron-Cohen et al., 2013; Gatsby & Hohwy, 2019) te maken hebben met een vorm van autisme in combinatie met empathie en een verhoogd intelligentie quotiënt (systematisering). Terwijl autisme veel vaker wordt geconstateerd bij mannen, wordt anorexia vaker gediagnosticeerd bij vrouwen.