2.1.1.01 Uitdijend genoom
Het genoom is de volledige genetische samenstelling van een organisme. Aanvankelijk...
Tijdperk
- Dit voortplantingssysteem heeft zich ruim 2 miljard weten te handhaven, totdat vanaf de eerste eukaryoten, ca. 1,2 miljard jaar geleden seksuele reproductie evolueerde.
Oorzaak
- Het voordeel van LGT nam echter af naarmate het genoom in omvang toenam. Dat fenomeen kan alleen worden tegengegaan door het oprekken van de lengteduur van de recombinatie zoals in meiose. Dat is de reden waarom de eerste eukaryoten het LGT systeem verlieten ten faveure van seksuele reproductie (Colnaghi et al., 2020).
- De toenemende omvang van het genoom van de vroege eukaryoten was de waarschijnlijke oorzaak van de transitie van laterale genentransfer naar meiose (Colnaghi et al., 2020). Prokaryoten verwerven genen vanuit de omgeving via lateral gene transfer (LGT).
- Het voordeel van LGT nam af naarmate het genoom in omvang toenam. Dat fenomeen kan alleen worden tegengegaan door het oprekken van de lengteduur van de recombinatie zoals bij meiose. Dat is de reden waarom de eerste eukaryoten het LGT systeem verlieten ten faveure van seksuele reproductie (Colnaghi et al., 2020).
Gevolgen
- Lang werd gedacht dat de meervoudige kosten van seksuele reproductie afbreuk deden aan de voordelen van LGT. De nadelen van seksuele reproductie zijn onder andere de combinatie van allelen, de halvering van het aantal genen dat naar het nageslacht wordt getransporteerd en de hogere kosten ten gevolge van de verhoogde energie, de tijd voor het vinden van een geschikte partner en de daaraan verbonden risico’s zoals strijd met rivalen, predatoren en de risico’s van afzondering van de groep. Bovendien halveert het aantal genen van beide partners dat wordt overgedragen aan nakomelingen. Ook omdat twee individuen op zoek moeten naar een partner, is seksuele selectie minder efficiënt dan aseksuele reproductie. Maar duidelijk wogen de voordelen van seksuele reproductie op tegen de nadelen van aseksuele reproductie. In seksuele reproductie, dat onder andere in relatie tot de ‘wapenwedloop’ met de zogenoemde host-parasite interaction voordelen bood, was de Last Eucaryotic Common Ancestor (LECA) dan ook al een volledig seksueel organisme. Bovendien handhaven seksueel voortplantende soorten zich langer dan aseksuele soorten (Van Valen, 1974). Het voorgaande was dan ook de reden dat dit systeem uiteindelijk prevaleerde (Colnaghi et al., 2020; Bell 1982; Goetz et al., 2022; Kondrashov, 1988; Maynard Smith, 1978; Otto, 2008b, 2009; Otto & Lenormand, 2002; Van Valen, 1974).
-
Het individuele proces begint bij het reproductieve succes van het individu, zijn inclusive fitness (Hamilton, 1964). Volgens Buss (1994, 2003), Buss & Schmitt (2016), Zahavi (1975) en Miller (2000) volgt ieder individu, conform het evolutionaire proces, (onbewust) een seksuele strategie. Een strategie is een methode om een doel te bereiken door een probleem op te lossen. Het volgen van een, door onbewuste adaptaties geleide strategie, heeft betrekking op de menselijke gevoelens zoals bij seks, romantiek, en liefde. Maar de mens gaat, evenals alle andere soorten die zich seksueel voortplanten, niet willekeurig te werk. Aan iedere intieme relatie gaat een zorgvuldige verkenning en selectie vooraf om problemen te herkennen om zo nodig te kunnen stoppen of de problemen (helpen) op te lossen. Iedere vrouw of man maakt voorafgaand aan een relatie, onbewust een zorgvuldige analyse over de kansen en bedreigingen voor het reproductieve succes (Buss, 2003). Twee belangrijke assen bij deze strategie zijn de vraag of een relatie betrekking heeft op een korte of een lange-termijn verbinding. Ook is van belang of de keuze wordt gemaakt door een vrouw of een man en de inschatting van de ander. De afwegingen die hierbij een rol spelen, zijn adaptaties met betrekking tot seksuele selectie die gedurende miljoenen jaren zijn geëvolueerd (Buss, 2003). De hoge investering van de vrouw in de vorm van 9 maanden zwangerschap, en het postpartum proces van borstvoeding en opvoeding maken de vrouw voorzichtiger dan de man met betrekking tot casual sex. Lange-termijn verbindingen tussen partners zoals van de mens zijn ongewoon bij zoogdieren en komen slechts bij 3-5% van de zoogdieren voor (Buss & Schmitt, 2016).
- Gebleken is dat de mens één van de (weinige) soorten is waarbij wederzijdse partnerkeuze (Mutual Mate Choice, of MMC) een belangrijke rol speelt. Het gedrag van de vrouw wijkt echter zowel biologisch als psychologisch nadrukkelijk af van dat van de man, ook bij MMC (Hooper & Miller, 2008; Miller, 1998).
Meer weten? Zie Vroege ontwikkelingen