4.3.02 Rol angst
Daarbij hoort de angst te worden buitengesloten (Allen et al., 2022; Ayala, 2010; Baumeister & Leary, 1995; Pardede & Kovac, 2023). Beide eigenschappen behoren tot de adaptaties die evolueerden nadat de hominidae, de vroege menssoort, zich op de Afrikaanse savanne groepsgewijs moest organiseren als verdedigingsstrategie tegen roofdieren en rivaliserende groepen. De individuen die goed inspeelden op ondersteuning en samenwerking met andere groepsleden hadden meer reproductief succes dan andere leden die minder coöperatief waren. Samenwerking, vertrouwen en de daarmee samenhangende empathie en moraliteit werden aldus belangrijke individuele eigenschappen (Bateson, 1988; Decety & Cowell, 2015; Hamlin, 2014). Hierbij speelt herkenning van de signalen een belangrijke rol, in dit geval is beauty in the eyes of the beholder van belang. Signalen moeten daarbij over en weer bekend en herkenbaar zijn (Andersson & Iwasa, 1996). Dat is de reden dat veel signalen geritualiseerd zijn: om snel makkelijk herkend te kunnen worden. Het individu identificeert zich – overigens onbewust - met bekende, overduidelijke signalen van leden van ‘zijn’ gewenste groep. Het voorgaande betekent ook dat het individu de signalen van leden van een andere groep vaak niet herkent of dat die signalen geen of een andere betekenis hebben, bijvoorbeeld juist aversie opwekken.
Meer weten? Zie Kwaliteiten