z.2.3.2.3.4 Emoties

Emoties zijn interoceptieve gewaarwordingen die ervoor zorgen dat gevoelens grotendeels worden geconstrueerd (Feldman Barrett, 2017; Friston, 2002; Hohwy, 2013). Interoceptie heeft betrekking op de regulering van de interne status van het lichaam door verwerking van sensorische informatie met betrekking tot externe (niet eigen) stimuli (bv. beeld, geluid, gevoel en reuk) dat de afferente as is van het interne (autonome en hormonale) fysiologische controle. De impact van interoceptie reikt echter verder dan homeostase en allostase reflexen – het is fundamenteel in relatie tot motivatie, emotie (affectieve gevoelens en gedrag), sociale cognitie en zelfbewustzijn. Emoties verbinden de interne lichamelijke status met mentale processen en vormt zo een soort kader voor 'de staat van het lichaam in relatie tot het ‘zelf’. Daarmee wordt de basis gevormd voor het subjectieve idee van een uniek individu (Tsakiris & Critchley, 2016); de individuele gevoelens worden immers voortgebracht door neurale representaties van de fysiologische status van het eigen unieke lichaam (Graig, 2008; Seth & Friston, 2016). Volgens LeDoux fungeren emoties daarmee ook als de ‘draad die ons mentale bestaan bij elkaar houdt’ en bepalen hoe wij onszelf en anderen ons zien.

In meer klassiek-psychologisch opzicht beschouwt men emoties vooral als een soort gevoelens of affectief gekleurde ervaringen die actie reguleren, doorgaans in termen van aard en intensiteit op basis van de veranderingen in de externe wereld; verlies leidt tot verdriet, onrecht tot boosheid, extreem onrecht tot woede etc.  Het probleem met emoties en gevoelens is de interpretatie. Bedacht moet worden dat emoties door het brein aan het bewustzijn worden doorgegeven als beelden. De interpretatie van beelden door taal schiet op twee manieren te kort: a) het is en blijft een interpretatie en b) het betreft een interpretatie die is ingegeven door sociale conventies c.q. interpretaties.

Meer weten? Zie Psych.functionaliteiten