2.2.2.2.3 Analoog en digitaal
Een volgende vraag is soms: “Is het menselijke brein analoog of digitaal?” Deze vraag is ingegeven door de computer metafoor van het brein met computertechnologie. Het fundamentele verschil tussen het brein en een computer is dat het brein een stap verder gaat dan Shannon’s communicatietheorie (Shannon & Weaver, 1964) en vermoedelijk gebruik maakt van informatietheoretische atomen voor zijn berekeningen en bewustzijn (Luppi et al., 2021). De informatieselectie van het brein is gebaseerd op de adaptaties die met hun betrouwbare architectuur zorgen voor oplossingen om te overleven en te reproduceren. Deze eigenschappen omvatten tevens de overerfde eigenschappen van beide ouders. Dit brein moet ook in staat zijn te zorgen voor de nodige verbindingen die zijn gerelateerd aan de interactie met de omgevingsfactoren (Tooby & Cosmides, 2015). Dit alles betekent onder andere dat het brein niet als deterministisch kan worden beschouwd zoals soms wordt beweerd (Glenberg & Hayes, 2016). Anderzijds, omdat veel signalen in het brein gebruik maken van ‘en-of’ signalen wordt een actiepotentiaal getriggerd en draagt cytosine bij tot stabiliteit van het DNA. Iedere cel afzonderlijk kan in het centrale zenuwstelsel worden beschouwd als een minicomputer die over alle noodzakelijke tools beschikt om inkomende informatie te bewerken en te communiceren met de noodzakelijke cellen en moleculaire netwerken. De snelheid waarmee informatie in het brein wordt getransporteerd, is mede afhankelijk van de leeftijd, sekse en methylatie maar vooral van de intelligentie van het individu, c.q. de snelheid waarmee informatie wordt verwerkt. Gemiddeld ligt de verwerkingssnelheid van informatie in het brein vanaf 6-13 jaar en 19-64 jaar tussen de ca. 1.5-3ms respectievelijk 3-6ms (Gebicke-Haerter, 2023; Imms et al., 2021; Van Blooijs et al., 2023).
Meer weten? Zie Spec.eigenschappen